Arianisme in Ravenna

In juni bracht ik een bezoek aan Ravenna. Deze stad met haar vele byzantijnse kunst kent nog enkele overblijfselen uit de vroegchristelijke ariaanse kerk. Dat er na ruim 1500 jaar nog resten zijn van deze vroegchristelijke stroming is bijzonder. Het arianisme werd in het concilie van Nicea in 325 veroordeeld en later door de orthodoxe katholieken zwaar bestreden. Dat ging gepaard met het verbannen van ariaanse bisschoppen, het verbieden van boeken en het terechtstellen van personen die in het bezit waren van deze boeken. Verbaasd en verrast was ik door het feit dat er in Ravenna nog een ariaans baptisterium bestaat. Later kwam ik er ook achter dat in de basilica Sant’Apollinare Nuovo ook nog mozaïeken zijn met een ariaans tintje.

Ariaans baptisterium Ravenna

Toen in de derde eeuw het christendom zich verspreidde onder de bevolking van het Romeinse rijk ontstonden er vele interpretaties van de christelijke leer. De kerk was geen homogene kerk met één christelijke leer, maar er waren vele verschillende groepen met elk een eigen christelijk geloof en interpretaties. De leiders van deze vroegchristelijke kerken gingen regelmatig met elkaar in discussie over de juiste leer. Ze schreven elkaar brieven die gekopieerd werden en in de hele christelijke wereld werden gelezen. Een van de discussies ging bijvoorbeeld over de aard van Jezus Christus. Was Christus mens of was hij God of was hij beide? Een opvatting was dat Jezus Christus door God geschapen is en daarom in zekere zin minder goddelijk is dan God zelf. Deze opvatting, die een stuk ingewikkelder is dan ik hier kan omschrijven, werd subordinatianisme genoemd.

Rond 320 raakte een verdediger van het subordinatianisme, de Egyptische presbyter Arius, in conflict met de bisschop van Alexandrië. Arius schreef een brief waarin hij Jezus goddelijk noemde, maar niet eeuwig. Zijn opvatting werd een splijtzwam in de kerk. Keizer Constantijn wilde een uitspraak van de bisschoppen over deze netelige kwestie. In het eerste algemene concilie in Nicea werd Arius opvatting veroordeeld en werd de algemene opvatting dat God de vader en God de zoon één zijn, ondeelbaar en van gelijke essentie (homoousios). Volgens Arius en de zijnen waren God en de zoon van gelijkende essentie (homoiousios). Arius werd verbannen. Sindsdien werden alle opvattingen die strijdig waren met de leer van de heilige drie-eenheid op een hoop geveegd, veelal met de naam ariaans. Voorstanders van de leer van Nicea bestreden keizers, kerken en bisschoppen die ‘ariaans’ waren. Wim Jurg schreef in zijn boek Onder dezelfde sterren over de acties van bisschop Ambrosius van Milaan tegen keizers die ‘ariaans’ waren en het manipuleren van ‘orthodoxe’ keizers om de arianen te veroordelen.

In de vierde en vijfde eeuw waren er grote bevolkingsgroepen die de ariaanse leer aanhingen en anderen die de orthodoxe leer van de heilige drie-eenheid aanhingen. De germaanse Ostrogoten en Visigoten waren bijvoorbeeld bekeerd door de ariaanse bisschop Ulfilas voordat ze door Europa trokken en het bestuur van de Romeinen overnamen. De Visigoten bleven tot de bekering van koning Recaredo in 585 ‘ariaans’. De ostrogotische koning Theodorik die vanaf 493 als koning over Italië heerste was ook ‘ariaans’. In vele steden hadden arianen en orthodoxen hun eigen kerk en hun eigen bisschop. Elke bevolkingsgroep had zo zijn eigen kerk. De mensen met een Romeinse achtergrond gingen naar hun orthodoxe kerk, de mensen met een gotische achtergrond gingen naar een eigen kerk en lieten zich in hun eigen baptisterium dopen. Misschien wel zoals wij nu ook verschillende kerkgenootschappen in dorpen en steden hebben.

Mozaïek van het paleis van Theodorik in de Sant’Apollinare Nuovo

Helaas vinden we van deze verschillen in de kerkrichtingen uit de vierde, vijfde en zesde eeuw nauwelijks iets terug. Kerken, beelden, boeken, andere kunstuitingen, ze zijn net als met de heidense godsdiensten grotendeels vernietigd door de latere orthodoxe katholieke kerk. Dat is ook gebeurd in Ravenna. Het leuke is dat er daar nog een paar schimmen zichtbaar zijn van het vroegere ariaanse verleden van deze stad. Om te beginnen met een ariaans baptisterium.

Ariaans baptisterium Ravenna

Het ariaans baptisterium ligt een beetje verscholen in het centrum van de stad. Het achthoekige gebouw staat op een klein pleintje achter een woonblok. Op het terras voor het gebouw zitten twee vrouwen in de zon toezicht te houden op de bezoekers. Wanneer wij de fietsen parkeren en naar de ingang lopen komt er één van hen aanlopen. Ze wijst ons op een soort parkeerautomaat dat de toegangsbewijzen uitgeeft en naar de ingang, die iets lager ligt dan straatniveau. Het plafond van het baptisterium bestaat uit een mozaïek van de doop van Jezus door Johannes de doper met in een cirkel om dit beeld twee processies van apostelen die naar een troon lopen met een purperen kussen. In het oog valt meteen de jonge Jezus in de rivier met rechts van hem Johannes de Doper, boven hem de duif (de heilige geest) die water over Jezus giet en links van hem een oude man, de personificatie van de rivier de Jordaan. De stoet met apostelen wordt geleid door Paulus en Petrus. De troon is versierd met een kruis. Wat er ariaans aan de afbeelding is, blijft onduidelijk. Het mozaïek is blijven bestaan dus het moet geen aanstoot hebben gegeven aan de latere orthodoxe byzantijnse bisschoppen. Het baptisterium is gebouwd in de periode dat de Ostrogotische koning Theodorik in Ravenna resideerde tussen 493 en 526. Na de komst van de Byzantijnen zijn waarschijnlijk alle aanstootgevende mozaïeken aan de wanden verwijderd en bleef deze plafond mozaïek bewaard.

doop van Jezus in het ariaans baptisterium

Het baptisterium is blijven bestaan omdat het eeuwen lang is gebruikt door Benedictijnen en onderdeel was van een groter kerkelijk complex. In de twintigste eeuw verwierf de Italiaanse regering het en liet het opknappen. Op het pleintje met het baptisterium staat ook een rechthoekige kerk met een overdekte galerij. De vrouwen op het terras vertellen dat dat in de zesde eeuw de ariaanse kathedraal is geweest. Helaas kunnen we daar niet naar binnen. Het is een gemoedelijk hoekje, met de kerk, grenzend aan een oude Romeinse muur, het baptisterium en een enkele terrassen.

voormalige ariaanse kerk

In de Sant’Apollinare nuovo zijn ook nog resten te vinden van zesde-eeuwse mozaïeken van de arianen. Theodorik bouwde deze kerk als paleiskerk naast zijn paleis. Van het paleis is weinig over, maar de kerk staat er nog. In de kerk bevinden zich enkele mozaïeken uit de tijd van Theodorik. Boven de zuilen van het schip zijn afbeeldingen in drie plateaus: de onderste is het duidelijkst zichtbaar en komt overweldigend over. Deze mozaïeken zijn niet uit de tijd van Theodorik en zijn ariaanse kerk. Na 560 zijn de ariaanse afbeeldingen op last van de orthodoxe bisschop Agnellus weggehakt. Wat overbleef waren enkele aangepaste onderdelen: het paleis van Theodorik aan de voorzijde en een deel van de mozaïek van de stad Classe. In het paleis zijn gordijnen gereconstrueerd die personen tussen de pilaren bedekken. Je herkent alleen de handen die voor de pilaren waren afgebeeld. In de negentiende eeuw heeft een kunstenaar de mozaïeken ‘gerestaureerd’, maar heeft zo zijn eigen ideeën in de mozaïeken verwerkt. Zo schijnt het mozaïek van de stad Classe bij aanvang van de processie van de vrouwelijke heiligen volledig aangepast te zijn. Wat er dan overblijft aan afbeeldingen uit de tijd van Theodorik zijn de twee lagen boven deze twee processies: De apostelen en heiligen tussen de ramen en de afbeeldingen uit het leven van Christus: de wonderen aan de ene zijde van het schip en het passieverhaal, vanaf het avondmaal tot de wederopstanding. Deze afbeeldingen waren blijkbaar voor de orthodoxe bisschop Angellus minder aanstootgevend dan de afbeeldingen in de eerste zone. Wat opvalt is dat in het passieverhaal de kruisiging ontbreekt. Er zijn mozaïeken van Judas, de Sanhedrin, de rechtszaak bij Pilatus en de weg naar Golgotha en daarna het beeld van de opstanding. Al de afbeeldingen zitten hoog in de kerk en de onderste zone’s met de groot afgebeelde heiligen, bisschoppen en pausen leiden erg af van deze kleinere voorstellingen. Toch is het de moeite waard om lang in de kerk te verblijven en deze een voor een goed te bekijken.

mozaïek met de kruisgang en de opstanding, zonder de kruisigingscene

Kan ik na het bezoek aan het baptisterium en de Sant’Apollinare Nuovo een beeld vormen van de ariaanse gemeenschap in Ravenna in de vroege zesde eeuw? Nee, zeker niet. Door de zuiveringen in de zesde en zevende eeuw in de kerk is er niet meer overgebleven dan enkele schimmen uit het verleden. Alle beelden die enigszins in tegenspraak waren met de orthodoxe katholieke leer van het concilie van Nicea en latere concilies zijn vernietigd. De bevolking moest net als elders in Europa doordrongen worden van de enige en echte leer van de heilige drie-eenheid. Wie daar niet in meeging kreeg vanzelf de nieuwe leer via de nieuwe afbeeldingen in de kerk met de paplepel binnen. Dat er nog mozaïeken zijn uit de tijd van Theodorik in gebouwen die na 15 eeuwen nog bestaan mag een klein wonder heten. De rest moeten we ons verbeelden.

Meer informatie over het ariaans baptisterium en de basilica Sant’Apollinare kan je vinden op de website van Corvinus.