Domus Tito Macro

In 238 na Christus wordt de stad Aquileia belegerd door de troepen van de Romeins keizer Maximinus. In de opnieuw uitgegeven vertaling van het boek Donkere Wolken boven Rome beschrijft de Romeinse historicus Herodianus deze stad. In boek 8 draait het vooral om het beleg van Aquileia en de verdediging door haar inwoners, maar Herodianus geeft tussen de regels door een beschrijving van de rijkdom van de handelsstad Aquileia aan het begin van de derde eeuw. Een opgegraven stadsvilla geeft een goed beeld van die rijkdom.

Domus Tito Macro

Keizer Maximinus trekt in 238 met zijn leger over de Alpen richting Rome. In Rome zijn in zijn afwezigheid drie nieuwe keizers gekozen. Keizer Maximinus is woedend. Hij is immers uitgeroepen tot keizer door zijn leger. Om korte metten met de nieuwe keizers te maken trekt hij Italië binnen vanuit het oosten. De eerste grote welvarende stad die hij tegemoet rijdt is Aquileia. Herodianus beschrijft de stad als de grootste stad van Italië. De stad ligt op een strategische plek aan zee. “Voor de achterliggende Illyrische provincies fungeert de stad als stapelplaats voor Italië. Waren uit het achterland, aangevoerd over land of via rivieren, zijn er te koop voor aanmerende kooplieden. En wat over zee aankomt aan benodigdheden voor de landbewoners, zaken die bij hen niet groeien vanwege het koude klimaat, gaat vandaar op doorvoer naar het achterland. De streek rond Aquileia leent zich vooral goed voor wijnbouw, en de stad levert grote hoeveelheden wijn aan gebieden waar men niet aan wijnbouw doet. Vandaar het grote aantal inwoners, niet alleen eigen burgers maar ook buitenlanders en handelaren.” Dit is de beschrijving van Herodianus uit de vertaling van Brok en Hunink, een heruitgave uit 2017, die heerlijk wegleest. Het geeft een beeld van een rijke stad met handelaren. Aquileia ligt aan de rivier de Natisone. Schepen laden en lossen in de haven, waarna ze via de rivier weer snel de Adriatische zee op kunnen varen. Langs de kade staan pakhuizen waar de waren liggen opgeslagen. Herodianus vervolgt zijn beschrijving dat de muren om de stad in 238 oud zijn en vervallen. Door de lange periode van vrede was er geen noodzaak de muren te onderhouden. De stad was toegankelijk voor iedereen. Toen de inwoners van de stad hoorden dat Maximinus in aantocht was moesten ze met man en macht de muren herstellen. Maar voor het beleg van Aquileia kon iedereen de stad in en uit lopen, het forum bezoeken of een bezoek aan een tempel brengen. Voor het beleg namen twee mannen in Aquileia de leiding: Crispinus en Menophilus. Ze waren door de stadsraad aangesteld schrijft Herodianus. Deze Crispinus was in zijn carrière gouverneur van vier provincies geweest én consul. Blijkbaar trok de stad niet alleen handelaren aan, maar ook rijke senatoren. Uit de beschrijving van het beleg van Aquileia lijkt de stad volledig ommuurd te zijn geweest met poorten en bolwerken op de buitendistricten en de stadsdelen buiten de poorten na. Hoe groot deze muren waren is te zien op de archeologische kaarten uit 2003. Het is een rechthoekige muur geweest aan de oost- en zuidzijde grenzend aan de rivier de Natisone. De inwoners uit de stadsdelen buiten de muren en het platteland waren voor de komst van Maximinus troepen de stad ingevlucht. Hun onderkomens werden door Maximinus troepen gesloopt. Het materiaal van de gebouwen gebruikten ze voor belegeringsmachines. Na de belegering en de overwinning op Maximinus zullen de inwoners van de buitengebieden hun huizen weer herbouwd hebben, zodat Aquileia weer langzaam zijn oorspronkelijke omvang terugkreeg. De kaarten van de archeologische dienst laten derde en vierde-eeuwse resten zien buiten de stadsmuren, waaronder vier vroegchristelijke kerken en aanpassingen aan de stadsmuren.

Oude Havenfront Aquileia

Deze beschrijving van Herodianus geeft een contemporain beeld van de stad Aquileia aan het begin van de derde eeuw. We weten niet of hij de stad zelf gezien heeft of dat hij aanwezig was bij de belegering door Maximinus. Maar we kunnen wel het verslag van Herodianus volgen en delen van zijn observaties reconstrueren aan de hand van overblijfselen van de haven en het forum, de prachtige reconstructies van de stadsvilla van Tito Macro.

Oude Forum van Aquileia

Aquileia is nu een kleine plaats in het zuiden van de provincie Friuli Venezia Giulia. Het doet er alles aan om een aantrekkelijke plaats voor toeristen te zijn. Het ligt aan de toeristische fietsroute van Oostenrijk naar Grado. De terrassen zitten vol met dagjesmensen in fietsbroeken en -shirts die een tussenstop maken. Lopend over het pad langs het forum wordt je van je sokken gereden door een grote groep fietsende vijftigers met elektrisch aangedreven mountainbikes. Ze lijken weinig oog te hebben voor de monumentale parels van het stadje. Het toeristisch uithangbord van Aquileia is de basiliek di Santa Maria Assunta met haar unieke vierde-eeuwse vroegchristelijke mozaïeken vloer en het naastgelegen baptisterium. Daar komen de toeristen als bijen op de honing af. Nog geen driehonderd meter verder ligt het gereconstrueerde Domus Tito Macro. Deze stadsvilla geeft een indruk van de rijkdom van de stad in de eeuw van Herodianus. Sinds 2005 is de villa opnieuw opgegraven en heeft het een nieuw uiterlijk gekregen. Men heeft de opgegraven vloeren en stenen fundamenten niet in het open veld laten liggen, zoals aan de andere kant van Aquileia, maar er een metalen constructie op gemonteerd. De stadsvilla heeft een dak met stevige houten balken en Romeinse dakpannen. De buitenmuren om de 1700 vierkante meter grote villa bestaan uit stenen jaloezieën gemonteerd op metalen frames. Ze zijn van hetzelfde materiaal als de dakpannen. Mogelijk kunnen ze open en dicht gezet worden. De jaloezieën breken het zonlicht en geven binnen een aangename schaduw. Omdat alleen de buitenmuren dicht zijn en de binnenmuren ontbreken is er binnen zicht op de enorme oppervlakte van de stadsvilla. Hier en daar staat een metalen pilaar op een plek waar mogelijk vroeger de zuilen stonden voor de galerijen. Ze ondersteunen het dak, waar op de plek van het atrium en de binnentuin openingen zijn. Daar valt het licht direct binnen op de vloer en de tuin.

Atrium Domus Tito Macro

De domus lag in het zuidoosten binnen de muren van de stad. Het lag tussen twee noord-zuid georiënteerde wegen. Aan de oostkant had de eigenaar winkels aan de straatzijde. Aan de westzijde was de centrale ingang met toegang tot het atrium. Het atrium had een vijver met een bekken waar regenwater werd opgevangen. Door de metalen constructie met dak is nog beter voor te stellen hoe hier de eigenaar van de villa zijn clientèle toesprak en overeenkomsten sloot met handelaars over prijzen en vrachten. De eigenaar van de villa had met zijn woning ruimte voor een eigen binnentuin, een keuken, een eetruimte, meerdere slaapvertrekken, een kantoor, galerijen en opslagruimten. Een ruimte bevat overblijfselen van een oven, mogelijk een bakkerij. Een andere ruimte bevat in de vloer gemetselde kruiken, die dienst moeten hebben gedaan als voorraadkast. Omdat er een gewicht is gevonden met de inscriptie T. MACRO wijzen de Italiaanse archeologen de stadsvilla toe aan Tito Macro. De naam Macro is ook bekend van inscripties uit Pompeï, wat een mogelijk een verband legt tussen de families in die steden. Dit kan een aanwijzing zijn voor een uitgebreid handelsnetwerk van families in het Romeinse Rijk.

Galerij en binnentuin Domus Tito Macro

Wanneer het leger van Maximinus in aantocht is, zo schrijft Herodianus, vluchten de bewoners van de buitenwijken de stad in. Ze sluiten de poorten en herstellen de muren. Kunnen we ons voorstellen dat de rijke handelaren samen met de arme boeren uit de omgeving op de muren staan om hun stad te verdedigen tegen een leger van Romeinse soldaten? Dat de voorraden van de stad verdeeld wordt over het volk? Dat stadsvilla’s zoals die van Tito Macro een veilige haven bieden voor gewonden? En dat op het forum van de stad discussies gevoerd worden tussen Crispinus, Menophilus en handelaren zoals bijvoorbeeld Tito Macro en anderen over doorvechten of overgave?