In de Noord Spaanse provincie Asturias staat in de groene vallei van Boides een kerkje uit de negende eeuw, de Iglesia de San Salvador de Valdediós. Lopende over de Camino del Norte kwam ik langs dit monumentale kerkje. Het is verbluffend hoe goed geconserveerd dit kerkje nog is. Het ligt verscholen in een groene vallei, vlak naast het verlaten Monasterio de Valdediós. In het klooster zijn geen monniken meer. Je kan er nog wel overnachten als pelgrim. De gastvrouw van de albergue is tevens de gids voor een bezoek aan het kerkje.
Historie
In de zevende eeuw werd het Iberisch schiereiland veroverd door de moren. Net als bij Asterix en Obelix bleef er een klein gebied in het noorden van Spanje onder leiding van Visigothische edelen tegenstand bieden tegen de moren. In 717 sticht Don Pelayo, een Visigotische edelman, het koninkrijk Asturias en na de slag bij Covadonga (722) begint hij samen met het andere koninkrijkje Cantabrië aan de herovering van het Iberisch schiereiland. De christelijke koningen van Asturias veroveren tot 910 grote delen van Noord-Spanje. De laatste koning, Alfons III el Magno, kwam met zijn reconquista tot aan de rivier de Duero. Hij regeerde 43 jaar lang en drukte zijn stempel op de pre-Romaanse kunst in Asturias. Hij liet vele kloosters en kerken bouwen, waaronder een nieuwe kathedraal in Santiago de Compostella. Ook fortifierde hij Burgos en Oviedo en liet hij paleizen bouwen in de buurt van Oviedo. De kerk van San Salvador de Valdediós is een van de juweeltjes van zijn regeerperiode en een van de jongste overgebleven voorbeeld van de pre-Romaanse architectuur van het koninkrijk Asturias. Na 910 wordt de architectuur beïnvloed door de bouwers en kunstenaars uit de Moorse gebieden en heet vanaf dan mozarabisch.
San Salvador de Valdediós
Alfonso III liet de kerk van San Salvador de Valdediós bouwen als onderdeel van zijn zomerverblijf. Naast het kerkje moet een paleis hebben gestaan, maar daar is niets meer van te zien. Door een marmeren plaat met een inscriptie, weten we dat de kerk op 16 september 893 is ingezegend door zeven bisschoppen. Zij kwamen uit alle delen van het toen nog katholieke noorden van Spanje, uit Durmio, Coimbra, Iria en zelfs Zarragoza. Daarom staat de kerk ook wel bekend als de “bisschopskapel”. De marmeren plaat is nog te bewonderen in een van de overdekte ruimtes aan de buitenkant van de kerk. Nadat hij was afgezet door zijn zonen heeft Alfons III “el Magno” de laatste jaren van zijn leven in het paleis doorgebracht en waarschijnlijk vele missen bijgewoond in dit kerkje.
Koninklijke loge
Het is een klein kerkje en waarschijnlijk alleen gebruikt als privé kerk van de koning. Dat is te zien door de koninklijke tribune, een balkon dat boven de vestibule ligt en uitkijkt op het altaar aan het einde van het middenschip. Zo had de koning goed zicht op de mis. In het schip was plaats voor het gevolg van de koning. Met een duidelijke scheiding tussen het altaar en het schip, waarschijnlijk door een aantal houten balken, was er ook een scheiding aangebracht tussen de geestelijken en het volk.
Achitectuur en kunst
De kerk is een voorbeeld van de pre-romaanse architectuur in Asturias, met de eerste invloeden van de de mozarabische stijl. Het is 16 meter lang en 8,2 meter breed en 8,8 meter hoog. Het kerkje heeft een centraal schip met twee nauwe zijschepen. De zijschepen zijn gescheiden van het hoofdschip door zware vierkanten pilaren die door vier halve bogen met elkaar zijn verbonden. Uit de restauraties in de jaren 2010-2011 is gebleken dat de kerk versierd was met kleurige fresco’s. Je kan nog steeds stukken van de fresco’s zien. Een aantal jaren geleden heeft een monnik van het klooster tekeningen gemaakt van hoe de fresco’s er uit zouden hebben gezien. De tekeningen zijn te zien in het kerkje. Meer over de architectuur is te vinden op deze site.
Toen ik deze kerk bezocht was ik de enige bezoeker. De gids vertelde mij uitgebreid over de geschiedenis en architectuur van de kerk. Ik was onder de indruk van de schaal en ouderdom van de kerk. Het was in zo’n goede staat en ook de fragmenten van de fresco’s waren op zich nog goed te zien. Het was klein en de muren waren zwaar, met de grote vierkante pilaren. Het was koel binnen en het licht viel door de grote ramen naar binnen. Een lichtstrook op de vloer richting altaar. In de stilte in die kerk kon ik mij voorstellen hoe Alfons via de trap naar de koninklijke loge klom om daar een mis bij te wonen. Even terug in de tijd. Dit monument is een aanrader voor iedere kunstliefhebber.