Een byzantijnse kerk in Elo

Vorige week werd mijn aandacht getrokken door een artikel in El País. Niet dat ik vaak El País lees, maar via een Spaanse twitter account las ik een tweet over de identificatie van een byzantijns kerkje in het Zuidoosten van Spanje. Dat daarover een bericht in het landelijk dagblad staat geeft aan dat het niet om zo maar een klein historisch feit gaat. Het gaat hierbij om de identificatie van de eerste byzantijnse kerk in heel Spanje. Mijn interesse was gewekt.

Archeologen, zo schrijft El País, hebben na jaren van opgravingen in Elda een aantal objecten kunnen identificeren als Byzantijns. Het gaat om kleine gewichtjes met griekse inscripties. De gewichtjes kunnen worden gerelateerd aan de wetgeving van de Byzantijnse keizer Justinianus. Deze keizer, zo stelt de archeoloog en ontdekker Antonio Manuel Poveda, verplichtte bestuurders van het Rijk de officiële gewichtsmaten van het Rijk te bewaren in kerken. Ze werden gebruikt als garantie, zodat men niet misleid werd bij de koop en verkoop van dure metalen. Het is een belangrijke aanwijzing dat Elda in de zesde en vroege zevende eeuw als een belangrijk administratief knooppunt functioneerde onder de Byzantijnse keizer.

Deze ontdekking vertelt iets over de ontwikkelingen in de zesde en zevende eeuw op het Iberisch schiereiland. Het is een periode uit de Spaanse geschiedenis waar we, door het ontbreken van bronnen en van archeologisch materiaal, weinig van weten. Wat weten we wel? Toen de Westgotische koning Agila in 550 werd verslagen door Cordobese opstandelingen, kwam de Westgotische Atanagildo in opstand tegen zijn heer. Hij sloot een verbond met de Byzantijnse keizer Justanianus, die hem hielp met zijn keizerlijke troepen de Westgotische troon te veroveren. Alleen Atanagildo had zich misrekend: de Byzantijnse troepen bleven gelegerd in het zuiden van Spanje. De Byzantijnse keizer Justinianus wilde het Romeinse Rijk in al haar glorie herstellen en hij trok zijn troepen niet terug. Dit was het begin van decennialange Bijzantijnse aanwezigheid in het zuiden van het Iberisch schiereiland: van de huidige zuid Portugese kust tot aan Elche en Alicante. Het is dan ook bijzonder dat nu pas voor het eerst de resten van een Byzantijnse kerk zijn gevonden in Spanje.

Interessant is de plek waar de resten van de Byzantijnse kerk zijn gevonden. De objecten en kerk zijn opgegraven in El Monastil, een archeologische plek aan de rand van Elda. El Monastil ligt aan de rivier Vinalopó, zo’n 35 kilometer van de Mediterraanse kust. Het ligt al sinds de prehistorie aan een belangrijke handelsroute van de kust naar de meseta. Onderzoekers, waaronder Poveda en Peidro Blanes, verbinden de opgegraven gefortificeerde plaats el Monastil met de in Visigotische bronnen genoemde stad Elo. Deze ‘stad’ lag in de zesde en begin zevende eeuw in het grensgebied van de invloedsfeer van de Byzantijnen en de Westgoten. De opgegraven objecten in El Monastil bewijzen dat Elo vanaf het midden van de zesde eeuw een administratieve post was voor de Byzantijnen met een kerk die onder de religieuze leiding stond van Byzantijnse geestelijken. Hoe lang Elo en de kerk onder Byzantijnse controle viel is uit het artikel in El País niet herleidbaar.

Vorig jaar dacht ik nog dat de zetel van de bisschop van Elo in de opgegraven Visigotische stad Eio, vlak bij Mineteda de Tolmo, gevestigd was. Peidro Blanes geeft echter aannemelijke argumenten om de zetel van de bisschop van Elo te verbinden met El monastil. Jesús Peidro Blanes onderzocht wanneer de Visigoten een bisschopszetel in Elo instelden. Hij dateert de instelling van de bisschopszetel van Elo aan het einde van de regeringsperiode van Witerico (603 – 610). De Visigotische koning Witerico voerde tijdens zijn koningschap enkele militaire campagnes tegen de Byzantijnen die weinig resultaat hadden. Om zijn controle op de grensgebieden met de Byzantijnen te vergroten stelde hij administratieve centra vast. Een van de maatregelen die hij trof was de instelling van de twee bisschopszetels van Elo en Bigastri, die toen blijkbaar binnen de invloedssfeer van de Visigoten lagen. Dus rond 610 moeten de Byzantijnen Elo hebben verlaten en is de kerk overgedragen aan de bisschop van Elo. Een tiental jaar later verdwijnen de Byzantijnen geheel uit het Iberisch schiereiland en blijft er waarschijnlijk van de bisschopszetel van Elo weinig meer over. De functie van invloedrijke grensplaats is er dan niet meer. Misschien wordt de zetel verplaatst naar Ilici, het huidige Elche, waar een de fundamenten van een grote Visigotische basiliek liggen.