Onlangs las ik het boek De onzichtbare hand van Bas van Bavel. Van Bavel beschrijft in dit boek de lange termijn bewegingen van markteconomieën. Hij onderzocht drie pre-industriële samenlevingen met factormarkten, de markten van land, arbeid en kapitaal. Er zijn veel overeenkomsten in de lange termijn golfbeweging in de economie tussen deze drie samenlevingen; vroegmiddeleeuws Irak, Italië en de Nederlanden in de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. Van Bavel ziet deze golfbeweging ook in de industriële en moderne economieën van Engeland en de Verenigde Staten. Hij spoort historici in zijn conclusie aan om ook andere perioden te onderzoeken, bijvoorbeeld het Romeinse Rijk. Voor het Romeinse Rijk geldt echter dat er relatief weinig data voorhanden zijn. Informatie over de factormarkten grond, arbeid en kapitaal is er niet of nauwelijks. Is er een andere manier om met de theorie van Van Bavel te kijken naar de sociaal-economische ontwikkelingen in de laat-Romeinse tijd? Is het interessant om met de bril van Van Bavel te kijken naar de ontwikkelingen in de vierde en vijfde eeuw in Spanje? Laat ik het eens proberen met de laat-Romeinse villa van Veranes.
In Asturias is in de jaren negentig van de vorige eeuw een laat Romeinse villa opgegraven; de villa van Veranes. Het ligt op ongeveer 8 kilometer van de havenstad Gijon. De archeologische opgravingen zijn redelijk recent en door alle nieuwe technieken geeft het nieuwe inzichten in de groei van de laat-Romeinse villa en het verval in de vijfde en zesde eeuw. Het opgravingsterrein is te bezoeken en er staat een centro de interpretación. Het centrum geeft op grote borden en maquettes uitleg over de villa in de vierde en vijfde eeuw. De opgegraven villa ligt op de zuidzijde van een heuvel met weids uitzicht. Een met betonnen platen aangelegde pad zigzagt de heuvel af, rond de fundamenten van de villa. In het dal razen de auto’s over de snelweg van Oviedo naar Gijon. De Romeinse villa was gebouwd op drie niveau’s, drie terrassen. Van de laat-Romeinse villa zijn alle fundamenten opgegraven en geconserveerd. In het zuidoosten liggen de fundamenten van de poort die toegang gaf tot het binnenhof van de pars rustica, het boerenbedrijf van de villa, met daarnaast de fundamenten van de horreum, een pakhuis. Aan deze zijde liggen ook de fundamenten van een keuken met ovens. Aan de zuidzijde liggen de fundamenten van een 40 meter lange zuilengalerij waaraan zeven kamers lagen. In het oosten liggen de overblijfselen van de thermen, een zwembad en een oecus triclinium met halfronde apsis, de eetzaal van de dominus, de heer van de villa. Het hoogtepunt van de opgraving is de monumentale vierkante oecus, de aula met mozaïeken vloer aan de noordzijde van de villa. De fundamenten van deze 16 m2 grote vloer wordt beschermd door een modern gebouw. Het moderne gebouw geeft de bezoekers een beeld van de hoogte en uitstraling van het oorspronkelijke gebouw. Vanaf deze plek is er zicht op de lager liggende spectaculaire hal die de nog lager gelegen woonvertrekken van de dominus én van de triclinium met de hoger gelegen monumentale aula verbind. Nu reikt het uitzicht kilometers ver, waar in de vierde eeuw gebouwen stonden. De hal en aula waren gesloten gebouwen zonder veel ramen en zicht naar buiten. De gebouwen van de villa beslaan een oppervlakte van bijna een hectare.
Verbouwingen van de villa van Veranes
De villa van Veranes geeft inzicht in de ontwikkelingen van een Romeinse villa en daarmee ook in de geschiedenis van de Spaans-Romeinse wereld in de vierde eeuw. Tijdens de opgravingen in de jaren negentig en begin deze eeuw kwamen drie verschillende bouwfases van de villa aan het licht. In de tweede en derde eeuw stond er een kleine gebouw, waarvan slechts enkele fundamenten zijn gevonden. Vanaf 300 zijn wordt dit gebouw ingrijpend gewijzigd. In drie grote verbouwingen verandert het gebouw in een enorme villa. De eigenaar van de villa, mogelijk met de familienaam Veranius, bouwt eerst de oecus triclinium, de grote eetzaal, in het zuidoosten. Tegen deze ruimte aan worden thermen en een klein zwembad aangelegd. In de volgende fase, het is onbekend hoe veel tijd er tussen de eerste, de tweede en derde verbouwing zat, ontstaat de zuidelijke zuilengalerij met aangrenzende kamers. In het midden van de galerij komt een vierkante kamer met mozaïekvloer. Het uitzicht over het dal vanaf de galerij is schitterend. Op het hof in de pars rustica verschijnt een pakhuis, een grote keuken en de oven. Vanaf deze tweede verbouwing is de villa een langgerekt gebouw met een hof voor de agrarische productie met toegang tot verschillende voorraadkamers en afgescheiden daarvan de privé vertrekken van de dominus en de triclinium met een prachtige mozaïeken vloer. Dan volgt de derde grote verbouwing. Aan de noordzijde van de privé vertrekken bouwt de eigenaar van de villa een enorme hal met aan het eind de verhoogde vierkante aula. De thermen worden aangepakt en het zwembad wordt uitgebreid. Met deze verbouwing is de villa van Veranes één van de grootste villa’s in noordwest Spanje geworden.
Sociaal economische ontwikkeling van de villa
De villa van Veranes ontwikkelde zich in de vierde eeuw omdat de Romeinse samenleving veranderde. Aan het einde van de derde eeuw en begin vierde eeuw kreeg een de Hispano-Romeinse elite steeds meer land in eigendom. Deze stedelijke elite bestond uit een klein aantal rijke families. Ze woonden in de steden en trokken zich terug op hun landerijen in prachtige villa’s om zich daar te verpozen. Zij verpachtten hun land aan kleine vrije boeren, coloni. Aan het einde van derde eeuw hervormde de Romeinse keizer Diocletianus het belastingstelsel. Om de belastingen te verhogen gaf hij landeigenaren een rol in de belastinginning. Landeigenaren inden vanaf dat moment de belasting van hun vrije pachters, de coloni, en loste dit af aan de Romeinse staat. De eigenaren van de grotere fundi, kregen zo de mogelijkheid om een deel van de belasting in eigen zak te steken. De vrije pachters kregen vanaf dat moment een andere relatie met hun pachtheer, de dominus van de villa. Ze werden gebonden aan de villa en daarmee aan de dominus van de villa, mogelijk het begin van de horigheid. De Romeinse villa kreeg een andere bestemming. Van lustoord voor de stedelijke Romeinse elite werd het meer een administratief centrum. Dit zien we terug in Veranes door de bouw van een pakhuis op het erf en de productie van brood en mogelijk andere semi industriële producten, zoals ijzerproductie. Tegelijkertijd werd de vierde eeuwse villa in Hispania naast een landbouwbedrijf ook een plaats waar de rijkdom en het prestige van de eigenaar, de dominus, getoond werd. De villa van Veranes is een voorbeeld van hoe deze huizen van de Romeinse elite verbouwd werd om te pronken en overeenkomsten te sluiten. De gasten moesten geïmponeerd worden. Dat gebeurde in ruime zalen met prachtige mozaïeken vloeren, een eetzaal waar men in halfronde banken kon aanliggen aan het eten of een sauna nemen in de thermen van de villa met een koud bad voor de afkoeling. De dominus van Veranes bouwde een aula van bijna 100 m2 die als een bordes boven de ontvangsthal uitstak. Men kon deze alleen via een stenen trap in de aula bereiken. Men kan zich voorstellen hoe de gasten opkeken tegen de heer des huizes als deze in de aula opkwam om zijn gasten te begroeten.
De villa verlaten
De vierde eeuw is het hoogtepunt voor de villa van Veranes. Vanaf het begin van de vijfde eeuw is er grote onrust in noordwest Hispania. De Sueven, een Germaanse stam, trok de Pyreneeën over en vestigde zich in de Romeinse provincie Gallaecia. Hoewel de Hispano-Romeinen verdragen sloten met de Sueven lijkt het Romeinse overheidsgezag in het noordwesten te slinken. De Romeinse overheidsambtenaren trekken zich terug uit dit deel van Hispania, net als de Romeinse legers. Gallaecia is vanaf ongeveer 430 onder controle van de Sueven. Dit moet effect hebben gehad op de villa van Veranes. Hoewel er geen archeologische bewijzen zijn gevonden voor een plundering of verwoesting in deze periode, is duidelijk dat in de eerste helft van de vijfde eeuw de villa wordt verlaten. De dominus vertrekt met zijn familie en de landerijen en nederzettingen die zij eerst bestuurden vervallen aan andere machthebbers. Wie dat zijn is niet bekend, maar wat we wel weten is dat deze nieuwe machthebbers in dit gebied waarde hechten aan de macht van de opkomende kerk. Van de villa blijft één gebouw overeind, de oecus triclinium met zijn mozaïeken vloer en halfronde apsis. Het wordt in gebruik genomen als kerk en het zwembad van de villa wordt gebruikt als doopvont voor de nieuwe gelovigen. Deze kerk, die later gewijd wordt aan San Pedro en Santa María, blijft tot in de late middeleeuwen bestaan. Aan het begin van de twintigste eeuw staan de muren nog overeind.
Ontwikkeling vanuit het perspectief van Van Bavel
De villa van Veranes laat een glimp zien van de sociaal-economische ontwikkeling in de laat-Romeinse tijd. De villa verandert van een klein gebouw als buitenverblijf voor de stedelijke elite uit Romeinse Gijón in de loop van de vierde eeuw in een administratief centrum voor de landbouwproductie. De eigenaren van de villa wisten zich in de derde eeuw te verrijken met een groot areaal aan land, dat ze aan plaatselijke boeren verpachten. Na de belastinghervormingen van Diocletianus start de groei van de villa met een gefaseerde verbouwing. De macht van de eigenaren vertaalt zich in verbouwingen aan hun villa. De sociale verhoudingen veranderen. De Hispano-Romeinse elite gaat niet meer naar de stad, maar bezoeken hun gelijken op het platteland om zaken te doen of om zich te laten fêteren. De architectuur van de villa, de hal en de aula, is er op gericht om indruk te maken op gasten en zeker ook op de boeren die het land voor de heer bebouwen. Dit duurt tot het einde van de vierde eeuw. Dan verandert de economische situatie voor de villa-eigenaren. De handel en economie loopt terug, de bevolking neemt af. Er zijn oorlogen en er is meer geweld. De Romeinse overheid verliest de controle op de bevolking en de financiën.
Het is ingewikkeld om vanuit het perspectief van Van Bavel naar de economische ontwikkelingen in het laat-Romeinse Spanje te kijken, omdat er weinig bronnen voorhanden zijn die inzicht geven in (factor)markten. Maar het geeft wel een andere kijk op de ontwikkelingen van de villae in Hispania, zoals de vlucht van kapitaal van Romeinse elite in landbezit. Zoals de concentratie van landeigendom binnen een selecte groep van rijke families. Zoals het binden van pachters (coloni) aan grond en aan de villa door belastinghervormingen en daarmee de invloed van de dominus op de het loon en inkomsten van vrije pachters. En zoals de investeringen van overtollig kapitaal in luxegoederen en vastgoed. We weten niet of de Hispano-Romeinse dominus van de villa van Veranes investeerde in betere productiemiddelen voor zijn pachters, productie verhogende investeringen of beter loon voor de coloni, zodat ze voldoende te eten hadden of hun kinderen konden leren lezen en schrijven. Dat vertellen de bronnen niet.
Bronnen: Van Bavel, De onzichtbare hand; Fernández Ochoa, Gil Sendido, Orejas Saco del Valle, La villa Romana de Veranes. El complejo rural tardorromano y propuesta de estudio del territorio; Fernández Ochoa, Gil Sendido, Salido, Zarzalejos, La villa Romana de Veranes. Las estancias de representación social y aristocrática
Wil je reageren op dit artikel? Dat kan via onderstaande formulier.