Langs de route van de Camino del Cid, twintig kilometer van Valencia, ligt El Puig de Santa Maria. Het gigantische klooster van el Puig torent boven het dorp uit. Het klooster van de orde van de Mercedarios behuisde in vroeger tijden wel 800 kloosterlingen, nu lopen er nog maar acht rond. Het ziet er uit als een grote gevangenis, een vierkant gebouw met zware muren en kleine ramen. Een bezoek kan alleen onder begeleiding van een gids. In de tweede week van april wacht ik buiten in de zon voor de zware deur tot ik mee mag met de rondleiding van vier uur. Ik hang er als enige rond. Wanneer de gids aan komt lopen vanuit het dorp opent ze de deur voor mij. Ze kijkt nog even rond of er echt niemand anders is en sluit de deur achter ons. Ik ben vandaag de enige bezoeker die ze rond zal leiden in het klooster.
De kerk van het klooster is van buiten niet toegankelijk. De kerk was als eerste gebouwd voordat het klooster pas in de veertiende eeuw aan de kerk vastgebouwd werd, Nu is de kerk voor bezoekers toegankelijk via de kloostergang, door een deur en met een trap naar beneden naar een groot donker schip. De gids klikt de lampen aan. De kerk is gebouwd in een mix van stijlen; romaans, gotisch, renaissance en neogotisch. Na de stichting van de kerk in 1237 door koning Jaume I was het gebouw snel te klein. Van het oorspronkelijke kerkgebouw is niets over. De reden: de toestroom van pelgrims die het wonder van de icoon van Nuestra Señora de los Ángeles wilden aanschouwen. En het icoon hangt er nog steeds. Midden in het moderne retabel dat het koor bekleedt is een gat waarin een grote vierkante steen hangt. In de marmeren steen het reliëf van Maria met het kindje op haar schoot. Het is gepolychromeerd.
Dit, vertelt de gids, is de reden van de stichting van de kerk en het klooster in El Puig. Ze neemt mij naar de ruimte achter het koor, waar hoog op het plafond het verhaal van de ontdekking van Nuestra Señora de los Ángeles geschilderd is. De fresco’s op het plafond tonen eerst de Mohammedanen die El Puig veroveren in 712. De christenen verbergen onder leiding van een bisschoppelijk figuur de iconische steen onder een grote kerkklok. Na de herovering van El Puig door Jaume I ontdekt de monnik Pedro Nolasco in 1237 – 500 jaar na de heimelijke verdwijning van dit christelijke icoon – de kerkklok en de steen met het icoon van Maria en kind. Het is een wonder en meteen sticht de koning een kerk en klooster op de plaats van de vondst. Het blijkt een schot in de roos. Na de oplevering van de kerk in 1240 was de kerk al weer te klein. Pelgrims bezochten het dorp ten noorden van Valencia. In 1300 werd gestart met de bouw van een grotere kerk die in 1588 opnieuw uitgebouwd werd.
Het icoon is Byzantijns, vertelt de gids mij. Het marmer komt uit Byzantium en het beeld van Maria met het kind op haar rechterknie dat de armen naar haar uitstrekt is Byzantijns. Dat zou betekenen dat hier voor de inval van de Moslims in 712 een Byzantijnse katholieke kerk zou moeten hebben gestaan. Hoe is dat mogelijk? De Byzantijnen hebben in de zesde en begin zevende eeuw wel delen van zuid en zuidoost Spanje bezet en bestuurd, maar dat is nooit noorderlijker geweest dan Denia en Alicante. Valencia en omgeving is zeker in de zevende eeuw bestuurd door de Visigotische heersers en kerk. Hoe komt een byzantijnse icoon in een dorp ten noorden van Valencia? Hier begint mythe het van de historische werkelijkheid te winnen. Ik vraag de gids of er ooit onderzoek gedaan is naar het icoon. Dat bevestigt ze, maar de antwoorden blijven vaag. Ik verwacht minimaal een kunsthistorisch onderzoek, of een onderzoek naar het materiaal, de verf van het icoon, de steensoort. Nergens is daarover iets te vinden.
De Nuestra Señora de los Ángeles wordt tot patroon van het koninkrijk Valencia uitgeroepen door koning Jaime I. In 1954 kroont paus Pio XII het beeld tot ‘reina de las tierras valencianas’. Ze wordt jaarlijks vereerd door de katholieken. Kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders bezoeken El Puig om de bescherming van de Virgen van El Puig te vieren. Het is een katholiek icoon dat al 800 jaar een verhaal in stand houdt; de komst van de moslims, de vlucht van de christenen en het verbergen van hun christelijke iconen en de uiteindelijke reconquista door de katholieke koningen waardoor het ware geloof overwint. Het verhaal is cultuur. De historische werkelijkheid zal waarschijnlijk nooit achterhaald worden.