Mijn wandelingen en Spanje en mijn bezoeken aan verschillende “Visigotische” kerkjes wakkerde bij mij het vuur aan om meer te gaan lezen over Spanje tussen de laat Romeinse periode tot aan de verovering van het Iberisch schiereiland door de Moren in 711. Het meest recente Engelstalige boek dat een overzicht geeft van Visigotisch Spanje is dat van Roger Collins.Hij geeft in twee delen een historisch overzicht van de politieke geschiedenis van Spanje tussen 407 en 711 én de ontwikkeling in deze periode van de samenleving en cultuur. Het aardige van dit boek is dat hij dit overzicht ook plaatst in de historiografische ontwikkelingen. Waarom was er bijvoorbeeld zo veel aandacht voor de Visigoten tijdens het bewind van Franco, waar komt het idee van de grote volksverhuizingen vandaan en hoe ontwikkelde zich de visie op de Visigotische architectuur in de 20ste eeuw? Collins benoemt oude theorieën over bepaalde historische ontwikkelingen en stelt daar de nieuwste inzichten tegenover. Tijdens het lezen van Collins boek over de Visigoten in Spanje merk ik weer waarom geschiedenis zo’n mooi vak is. Elk tijdvak kent haar eigen historici die met een eigen manier en met hun eigen visie naar het verleden kijken, waar de focus op ligt en welke vragen gesteld worden.
Koninklijke residentie
Terug naar Toledo. Wat Collins opmerkt is dat er in het huidige Toledo nauwelijks overblijfselen zijn van gebouwen uit de Visigotische tijd. Al in een eerder stukje schreef ik dat het huidige Toledo overlopen wordt door toeristen en dat er, op het museum voor Visigotische kunst na, weinig meer te zien is van wat ooit de residentiële hoofdstad van de Visigotische koningen was. Wat blijkt uit het boek van Collins is dat Toledo vanaf het midden van de zesde eeuw tot haar verovering in 711 het middelpunt was van de koninklijke en episcopale macht van het Visigotische rijk. Dat rijk was groot en bevatte geheel Zuid-Frankrijk én het Iberisch schiereiland. Voor 569 was Toledo af en toe de residentie van de Visigotische koningen. Zo liet koning Theudis in Toledo een aantal wetten optekenen in 545. Maar in 569 vestigt zich koning Leovigild zich in die stad. Hij was broer van Liuva en hij had samen met hem het Visigotische rijk verdeeld. Het ene deel, bestuurd vanuit Narbonne bestaande uit Zuid-Frankrijk, het andere deel was het Iberisch schiereiland, met Toledo als centrale residentie.
Stad van twee kerken
Toledo was ook een belangrijke stad voor het bestuur van de kerk. De Visigoten, die slechts een klein deel van de gehele bevolking op het Iberisch schiereiland waren, hingen hun eigen christelijke leer aan, dat van Arianus, het Arianisme. De Arianen hadden hun eigen kerk, met hun eigen priesters, bisschoppen en metropolitaan. Het overgrote deel van de bevolking was Hispano-Romeins en beleden de katholieke leer van de heilige drie-eenheid. In elke Spaanse stad bevonden er zich dus kerken van de katholieken en van de Arianen. Dit vind ik een mooi gegeven. In de stad Toledo en bijvoorbeeld Mérida waren er dus verschillende kerken met mogelijk verschillende gebouwen waar men bijeenkwam. De steden waren klein van oppervlakte, een fractie van wat ooit de Romeinse steden waren, met een kleine bevolking. En op die kleine bevolking waren er twee christelijke kerken met een eigen tegengestelde leer, een eigen bisschop en eigen priesters. Dit moet tot conflicten hebben geleid, waar de machthebbers geen controle op hadden. Er moest iets gebeuren om de verschillen tussen de beide kerken op te lossen.
Het derde concilie van Toledo
Rond 580 vindt er in Toledo een synode plaats van Ariaanse bisschoppen die de leer zo aanpast dat zij tegemoet komen aan de leer van de katholieke kerk. Echter dat bleek voor de Visigotische koningen onvoldoende. In 587 bekeert koning Reccared zich tot het katholieke geloof. In datzelfde jaar begint Reccared met de Ariaanse bisschoppen een concilie waarin veel van de zaken werden besproken die uiteindelijk in 589 in het derde concilie van Toledo werd bevestigd. Het Arianisme werd uit Spanje verdreven. De Ariaanse metropolitaan werd afgezet en verbannen. Er bleven nog wel Ariaanse bisschoppen, maar de macht van de kerk lag nu bij het katholieke episcopaat. Toledo is de stad waar dit allemaal gebeurde. Op het derde concilie komen 71 bisschoppen en vele andere geestelijken en seculieren. De koning met zijn hofhouding was aanwezig. Het moet een belangrijke gebeurtenis zijn geweest die deze stad wereldfaam gaf. In enkele decennia tijd is de stad aan de Taag uitgegroeid tot de belangrijkste stad in het Visigotische rijk, zowel voor de kerk als voor de koningen.
Het centrum van de macht
Vanaf het derde concilie tot aan de verovering van Toledo door de Moren in 711 is de stad aan de Taag het centrum van het Visigotische rijk. De bisschoppen van Toledo trekken de macht naar zich toe door bijvoorbeeld de zetel van de metropolitaan van de provincie Carthageniensis in 610 te verplaatsen naar de stad. Ook eisen zij een directe betrokkenheid bij de keuze voor en de zalving van een nieuwe koning van de Visigoten. Dit wordt vastgelegd in het achtste concilie in 653. De banden tussen de koning en de bisschoppen van Toledo zijn zeer nauw en wanneer koning Wamba probeert deze laten vieren door een tweede diocees en bisschop in de stad te benoemen die een rol krijgt in de troonsopvolging grijpt de metropolitaan in. Na de dood van Wamba wordt de oprichting van de tweede diocees in Toledo ongedaan gemaakt.
Strijd om het koningschap
Het Visigotisch koninkrijk bestond, zoals Roger Collins het beschrijft, uit een kleine groep aristocratische families, die de macht onderling verdeelde. Hij schat het aantal op maximaal 48 families. Zij verdeelden de belangrijke functies in het koninkrijk, de bisschopszetels en de functies in de hofhouding. Ook de koning werd uit deze kleine kring gekozen. Wanneer een koning te veel macht en rijkdom verwierf en zijn eigen familie begunstigde ontstond er bij de andere families onrust. Dit leidde regelmatig tot het afzetten van een koning en de keuze voor een andere koning uit de andere factie. Een nieuwe machthebber had vanaf 653 de gratie nodig van de bisschop van Toledo. De stad Toledo is het toneel van vele machtswisselingen en soms van opstandige koningen die zichzelf tot nieuwe machthebber uitroepen. De bisschop van Toledo vormde hierin een belangrijke spil. Bijvoorbeeld in 690 toen in Toledo ene Suniefred de macht grijpt tijdens het koningschap van Egica. Er is weinig bekend van deze machtsgreep, behalve dat bisschop Sisebert die hem op de troon geholpen heeft wordt afgezet als bisschop.
Einde van het Visigotische rijk
In 712 wordt Toledo veroverd en ingenomen door de Arabieren. Een samenloop van omstandigheden zorgde er voor dat de Arabieren vanuit het zuiden het Iberisch schiereiland konden veroveren. In een periode van een instabiel koningschap, met verschillende opstandige lieden die het koningschap opeisten, werd de Zuidoostelijke kust aangevallen door de Arabieren, waarschijnlijk bedoeld voor plundering. Tijdens de slag (of ervoor) werd de koning vermoord en lieten vele Visigotische edelen het leven. De Arabieren trokken op naar Toledo en namen de stad in. Daar executeerden ze de aristocratische edellieden. Het rijk werd zo onthoofd van de belangrijkste families die tot dan toe de macht hadden verdeeld.
Wat er aan resten van het Visigotische rijk is overgebleven in Toledo is minimaal. Daarover later meer