Met het massatoerisme van tegenwoordig wordt de stad Toledo overlopen met toeristen uit de hele wereld. Ze lopen in groepjes door de straten die voorzien in etenswaren, souvenirs en andere prullaria. Gidsen leiden ze door de stad. Een dag staat er vaak voor in de reisgidsen. Het zijn vooral de stad en monumenten van ná verovering door de christelijke koning Alfons VI die in het spotlicht staan en waar men langsloopt: de kathedraal, de oude joodse wijk en het klooster van San Juan de los Reyes. Gebouwen uit de Romeinse en Visigotische tijd zijn er nauwelijks meer te vinden, terwijl Toledo de belangrijkste stad van het Visigotsche Rijk is geweest. Wat er overgebleven is uit deze periode ligt onder de bestaande bebouwing, zoals de oude Romeinse termen die in 1986 zijn opgegraven onder een paar gebouwen op de plaza de la Amador de los Rios.
Vanaf de val van het Romeinse Rijk tot de overwinningen van de Moren op de Visigoten in 711 beheersten de Visigoten het Iberisch Schiereiland. In zijn weblog vergelijkt Jona Lendering de Visigoten met de Franken. Hij stelt dat zij in feite een voortzetting waren van de Romeinse staat in de gebieden waar ze zich vestigden. Eerst vochten ze mee met de Romeinse keizers tegen volkeren die de Romeinen aanvielen, later romaniseerden ze zich. Ze bekeerden zich tot het christendom. En vanaf het einde van de vijfde eeuw waren ze feitelijk de heersers over het Iberisch schiereiland, met als belangrijkste stad voor hun rijk, Toledo.
Concilies
In de periode dat de Visigoten het Iberisch schiereiland binnentrokken bestond het christelijk geloof nog uit verschillende stromingen, met eigen interpretaties van de katholieke leer. De Visigotische koningen legitimeerden hun macht met het vroeg-christelijke geloof, zoals de Romeinse keizers dat ook deden. Zij organiseerden verschillende concilies in Toledo waarin ze belangrijke twistpunten in de vroeg christelijke leer wilden oplossen. Vanaf de eerste concilies was Toledo de kerkelijke metropool voor alle kerkprovincies in Hispania. Vanuit deze stad verspreidde zich het geloof, de liturgie en de vroeg-christelijke kunst over het door Visigoten beheerste Iberisch schiereiland.
Een museummedewerker uit Mérida vertelde mij dat er in steden weinig Visigotische gebouwen staan, omdat zij de Romeinse gebouwen hergebruikte. Er zijn wel panelen, pilasters en pilaren met Visigotische kunst te bewonderen. Pilasters met vroeg-christelijke motieven werden in de Romeinse gebouwen gemetseld. Het zijn granieten of marmeren platen met schelpmotieven, kruisen en af en toe een reliëf van christus. In het museum van Visigotische kunst in de iglesia de San Roman in Toledo staan een aantal van deze stenen pilasters afkomstig uit kerken en opgravingen. Net als een enkele kleine grafsteen met daarop een naam van een persoon met het Chi-Ro teken om duidelijk te maken dat hij christen was. Het zijn in de stad Toledo zelf, naast de pilaar in de San Salvadorkerk, slechts de enkele overblijfselen uit de tijd van de Visigoten.
San Salvadorkerk
In een uitgestrekt en dunbevolkt gebied als Spanje zal het moeilijk zijn geweest om overal dezelfde ideeën en geloof te bestendigen. Kunst en kerken en boeken en liturgie moeten daarbij een belangrijke rol hebben gespeeld. In de San Salvador kerk in Toledo staat een vierkante pilaar die aan één zijde vier beelden uit het leven van Christus afbeelden. Zo zie je de genezing van de blinde, de opstanding van Lazarus, Christus en de Samaritaanse vrouw en de genezing van Hemorroisa. De afbeeldingen zijn in de loop der jaren afgesleten, maar het is duidelijk te zien dat Jezus een hand op het hoofd van de blinde legt en Lazarus gewikkeld is in lappen en in een kist ligt. De vier verhalen gaan alle vier over genezing, verlossing en bekering door Christus. Deze thema’s en verhalen moeten belangrijk zijn geweest in die tijd. Er wordt niet voor niets zo veel tijd en energie gestopt in het uitbeelden van juist deze verhalen. In een samenleving waar slechts een klein deel van de bevolking kon lezen of schrijven moeten deze reliëfs hebben geholpen deze thema’s te laten beklijven.
Toledo was weliswaar de hoofdstad van het Visigotsche Rijk, er is maar weinig zichtbaar en tastbaar in de stad zelf. Dat verandert wanneer je de provincie Toledo inrijdt. Daar staan op afgelegen plekken nog kerkjes. Kerken die onderdeel waren van kloosters, waarvan in de loop der eeuwen weinig meer van overeind staat dan een ruïne. Wanneer je geluk hebt zijn ze gereconstrueerd, zoals Santa María del Melque. Deze gereconstrueerde kerken geven een glimp van wat de Visigoten zelf aan bouwwerken maakten. In de stad kom je dit echter niet (meer) tegen en is het moeilijk voor te stellen hoe deze stad er in de zesde en zevende eeuw geweest moet zijn.