Er is op dit moment een grote discussie gaande over of je foto’s wel mag gebruiken als inspiratiebron voor je werk als schilder. Marlene Dumas gebruikt foto’s uit tijdschriften en kranten als inspiratiebron voor haar schilderijen. De Belgische kunstenaar Tuymans is veroordeeld voor plagiaat omdat hij foto’s bijna kopieert op doek. Eind negentiende eeuw toen de fotografie in opkomst was maakten schilders als Breitner, Witsen en Isreals hun eigen foto’s om op basis daarvan hun onderwerpen te schilderen. Breitner stelde zijn schilderijen samen met verschillende foto’s die hij op straat had gemaakt.
16 Foto’s
Momenteel is er een tentoonstelling van 16 foto’s van Breitner in het Dordrechts Museum. De onderwerpen variëren tussen een schip in de haven, een draaimolen, wasvrouwen lopend op de brug, een exercitie van de cavalerie en een naaktmodel. Er zit zelfs een foto bij van Willem Witsen zittend achter een bureau. Het zijn prachtige beelden van Amsterdam aan het einde van de negentiende eeuw. Het geeft een beeld hoe Breitner zijn onderwerpen zag en hoe fotografie zijn werk ook beïnvloedde. Zo is er een foto van een uitzicht op een gracht en grachtenpandjes. De opname is bewogen. Wij zouden deze afdruk wissen. Het geeft een andere vage blik op die grachtenpanden. Kon Breitner daardoor meer afstand nemen van zijn doek? Gebruikte hij dit om met een vage achtergronden te werken, een grote kwast te pakken en de achtergrond lekker onder te kwasten? Een andere foto toont een vrouw met de wind in de rug die over een grachtenbrug loopt. Je ziet haar zo terug op een van zijn schilderij.
Extra dimensie
In het Amsterdams Stadsarchief was tot 1 februari werk te zien van Breitner. Er hingen schilderijen en er waren schetsboeken van Breitner. De schets bij het schilderij. Het leek alsof je de schilder aan het werk zag. Eerst schetsen en tekenen in een klein schetsboekje en daarna snel naar het atelier om het uit te werken op grote doeken. De foto’s in het Dordrechts Museum geven er een extra dimensie aan. Breitner keek ook door een lens, maakte afsnijdingen in zijn schilderijen die zeer fotografisch zijn, en maakte gebruik van modellen die hij eerst had gefotografeerd. Hij fotografeerde het leven op straat: de kermis op het Haarlemmerplein, de wasmeiden en de grachtenpanden. Het gaf zo zijn eigen dynamiek aan het schilderen. Experimenteren met beelden.