Eio en discontinuïteit

In Nederland ligt de focus op het bestrijden van het Corona virus. Artsen en verpleegkundigen draaien overuren. Alle kranten staan al wekenlang vol met niets anders dan nieuws en artikelen over de strijd tegen het virus. Is er dan niets anders dat ons kan afleiden van doemscenario’s van de specialisten in de kranten en op TV? Wat doen we in quarantaine om ons niet mee te laten slepen in de dagelijkse stroom van berichten over pandemie en IC bedden tekort? Ik zoek afleiding in het lezen over de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland, over plaatsen die ik bezocht heb en waar ik meer over wil weten, waar ik al over geschreven heb in dit blog en waar ik verder over wil schrijven. Vandaag het vervolg op het interessante verhaal over de bisschopszetel van Eio, El Tolmo de Minateda en Ilici.

Byzantijnen in Zuid-Spanje

Een tijdje geleden schreef ik in deze blog een stuk over continuïteit in bestuurlijke geografie, waarmee ik bedoelde dat er sinds de hervormingen van Diocletianus in de late derde eeuw, er eeuwenlang weinig veranderde in de bestuurlijke indeling op het Iberisch Schiereiland. Dat is natuurlijk niet helemaal waar, want veranderingen waren er wel degelijk. Een van de gebieden waar zeker sprake was van discontinuïteit is het zuiden van het Iberisch Schiereiland. Vanaf 555 heersten in het zuiden van Spanje de Byzantijnen. De Byzantijnse keizer Justanianus wilde Rome doen herrijzen en sloot een deal met de Visigotische edelman Atanagildo. Samen met de Byzantijnse troepen versloeg Atanagildo de Visigotische koning om vervolgens zichzelf als koning uit te roepen. Justinianus was echter geenszins van plan om zijn troepen terug te trekken en zij bleven in het zuiden van Spanje gelegerd. Dat leidde tot een jarenlang conflict tussen de Visigoten die heer en meester waren op het Iberisch schiereiland en de Byzantijnen die het zuiden ‘bezetten’ en zich vestigden in de steden Cordoba, Malaga, Almeria en Carthago.

Inscriptie over het herstel van de muren van Carthagena door de Byzantijen

Bisschopszetels

Een interessant gebied, wanneer het om bestuurlijke geografie gaat, is het gebied tussen Alicante, Albacete en Cartagena. Hier lag tussen 555 en 625 het grensgebied van de invloed van de Byzantijnen en de Visigoten. De Visigotische koning Leovigildo veroverde rond 577 de Oróspeda in het Zuid-oosten terug op de Byzantijnen. Om dit gebied onder controle te krijgen stichtte hij twee bisschopszetels aan de rand van de door de Byzantijnen beheerste gebieden lagen: Bigastri en Eio. De bisschopszetels waren niet alleen opgericht voor de religieuze organisatie in het Visigotische koninkrijk, ze vormden het substituut voor de bisschoppen van Ilici en Carthago Spartario, die binnen de invloedssfeer van de Byzantijnen lagen, het waren belangrijke administratieve centra die controle uitvoerden op het grensgebied. Leovigildo koos strategische plekken voor de twee nieuwe bisschopszetels. De ene zetel lag in Bigastri, ongeveer 100 kilometer van Carthago Spartario, de plek waar de metropolitaan van Carthageniensis zetelde, waar de Byzantijnen de dienst uit maakten. De andere zetel lag in Eio (of Elo). De exacte locatie van Eio is lange tijd door archeologen en historici betwist. Sinds het begin van deze eeuw komen er nog twee plaatsen in aanmerking. De ene plaats is El Monastil bij Elda, waar ik hier over schreef, en de tweede is Minateda de Tolmo, waar ik hier over schreef. De archeologen Poveda en Peidro Blanes beweren dat Elda de plaats is waar de bisschop van Eio zetelde. De historicus Lorenzo de San Román stelt dat de bisschop in El Tolmo de Minateda zetelde.[1]

De geografische ligging van Eio

Lorenzo de San Román geeft vier argumenten waarom El Tolmo de Minateda de plek is waar tussen 580 en 625 Eio lag en waar de bisschop van Eio zetelde. De stad die is opgegraven bij El Tolmo de Minateda lag op een goed verdedigbare heuvel met een verdedigingsmuur. Het had een voorganger in de Romeinse tijd. Na de tweede eeuw was deze stad door de Romeinen verlaten, maar in de zesde eeuw ontstond er op dezelfde heuvel een nieuwe stad. In die stad bouwden de Visigoten een grote vroegchristelijke basiliek met een baptisterium. Naast de basiliek is een groot gebouw opgegraven dat heel goed een bisschoppelijk paleis kan zijn geweest.

Vroegchristelijke basiliek op El Tolmo de Minateda

Een tweede argument van Lorenzo de San Román is de naam van de stad. In de zevende eeuw ondertekenden de bisschoppen de acten van de concilies van Toledo met hun naam en zetel. De bisschop van Ilici tekende in de zevende eeuw namens de bisschop van Eio / Elo. Lorenzo de San Román kiest ná onderzoek voor de plaatsnaam Eio in plaats van Elo. De plaatsnaam Minateda is afgeleid van het arabische Medinat Iyyuh, ofwel de vestingstad Iyyuh (Eio). Een derde argument is de logische plek van Eio aan de weg tussen Carthago Spartaria en de Visigotische hoogvlakte. Dit was een belangrijke doorgaande weg voor troepen en voor handelaren. Én tenslotte, zo beargumenteert Lorenzo de San Román, bleef ná de verovering van Ilici door de Visigoten en de vestiging van een nieuwe bisschopszetel in de kuststad rond 625, Eio bestaan als belangrijk administratief en religieus centrum. Het bisdom werd niet opgeheven. De bisschop van Ilici ondertekende de acten van de concilies van Toledo als bisschop van Ilici én Eio. De geografische ligging 100 kilometer van Ilici gaf Eio bestaansrecht als aparte religieuze en administratieve entiteit ná de verdwijning van de Byzantijnen.

Opgegraven vroegchristelijke basiliek in l’Alcúdia d’Elx (Ilici)

Is er sprake van discontinuïteit?

De bouw van een stad, een basiliek en een paleis op een plek dat sinds de tweede eeuw verlaten was én de stichting van een nieuwe bisschopszetel van Eio toont aan dat er in de zesde eeuw ook sprake kon zijn van bestuurlijke discontinuïteit, dat er nieuwe bestuurlijke eenheden werden geformeerd en dat deze bestuurlijke eenheden na de verovering van het zuiden op de Byzantijnen ook bestaansrecht hadden. Hoewel… Lorenzo de San Román beschrijft in hetzelfde artikel de akten die tijdens het IV Concilie van Toledo in 633 zijn vastgelegd. Daarin worden de oude rechten van bisschoppen op territoria bekrachtigd, die na de herovering van de Visigoten terugvallen aan de oude bisschopszetels. De bisschop van Ilici kreeg weliswaar de administratieve en jurisdictionele rechten over het territoriale gebied van de bisschop van Eio. Maar Eio bleef als administratief en religieus centrum bestaan, zeker tot aan de ineenstorting van het Visigotische koninkrijk.

[1] R. Lorenzo de San Román, Ecclesiae Ilicitanae, qui et eiotanae, episcopus. Sobre la extensión y dualidad de la sede episcopal de Ilici en la antigüedad tardía. Lucentum 2016